Dit taartje is bedoeld voor 2 personen. Ik vind het typisch een gerecht wat wij graag op vrijdag eten met een soepje vooraf, wat salade en stokbrood erbij. Maar ik zal het niet verklappen als je het op een andere dag of een andere manier doet hoor. Het zou ook een geschikt gerecht zijn als je een buffet wilt maken met allerlei lekkernijen. Dit heb je nodig: 250 gram shoarma Vloeibare boter Halve paprika 200 gram champignon roerbakmix 1 teen knoflook 4 plakjes bladerdeeg 1 eetlepel paneermeel 2 eieren 70 gram magere kwark 1 eetlepel woksaus gember knoflook 1 theelepel gembersiroop Wat paprikapoeder, peper en zout 75 gram geraspte kaas Je kunt dit taartje maken in een kleine springvorm of in een boterkoekvorm. Laat de plakjes bladerdeeg ontdooien. Vet je vorm in met een beetje boter. In een koekenpan doe je wat vloeibare boter om de shoarma te bakken. Snij de paprika in stukjes. Als de shoarma dicht geschroeid is, mag je de paprika en champignon mix erbij doen. Pers de knoflook erboven. Af en toe omroeren. Niet langer dan nodig bakken want het gaat ook nog in de oven. Verwarm de oven voor op 200 graden. Maak met het bladerdeeg een bodem. Strooi er het paneermeel in zodat de bodem goed wordt en niet zompig. Als het nodig is, laat je de shoarma en groente uitlekken. Bij mij was het geen natte bende, dus kon het er meteen in. Strooi hier de geraspte kaas over. In een kom klop je de eieren en de kwark los met elkaar. De woksaus en gembersiroop mogen erbij samen met de kruiden. Giet het mengsel over je taartje en zet 'm zo'n 25 minuten in de oven.

Dit is een cake die eruit ziet als een taartje. Ik heb voorkeur voor het gebruik van mijn boterkoekvorm. Op dit manier krijg ik wat minder grote taarten en cakes en bovendien hoef ik minder geduldig te zijn omdat de oventijd vaak wat korter is. In dit geval is deze perzikcake klaar in 40 minuten op 160 graden. Het zijn perziken uit blik, want die had ik over van een ander gerecht. De toevoeging van de Griekse yoghurt zorgt voor de nodige smeuïgheid bij deze cake. Nodig: 125 gram roomboter 125 gram witte basterdsuiker 2 eieren 100 gram Griekse yoghurt 0% 3 halve perziken uit blik 5 eetlepels perziksiroop 150 gram zelfrijzend bakmeel 1 eetlepel citroenrasp dr Oetker Vloeibare boter In een mengkom mix je de zachte boter en basterdsuiker. 1 voor 1 de eieren erbij. Daarna de yoghurt, citroenrasp en de perziksiroop erdoor. Zeef het bakmeel erboven en mix dit erdoor. vet de boterkoekvorm in met wat vloeibare boter. Doe hierin het beslag en maak glad met de spatel. Snij de perziken in lange dunne stukken en verdeel mooi in je beslag. Ze zakken er tijdens het bakken een beetje in.

Deze hoeveelheid is voldoende voor 2 personen. Ik maakte deze gehakttaart in een boterkoekvorm. Nodig: Vloeibare boter 4 plakjes bladerdeeg 450 gram rundergehakt Peper en zeezout 125 gram hamblokjes 1 rode ui Halve paprika 2 tenen knoflook mespunt sambal 1,5 eetlepel ketjap 1 theelepel gembersiroop Beetje ve tsin en laos 7 eetlepels gebakken uitjes 3 eetlepels seroendeng 2 eieren 50 gram kwark Vet de boterkoekvorm in met wat boter. Warm de oven voor op 200 graden. Klop de eieren los met de kwark en een halve eetlepel ketjap. Doe hier ook wat peper en zout in. Dit mag nu even aan de kant. In een koekenpan met wat boter bak je de gehakt rul met peper en zout. Laat ondertussen de bladerdeegplakjes ontdooien. Snij de ui en paprika fijn. Pers de knoflook bij het gehakt. Voeg de ui en paprika toe als het gehakt bruin is. Breng het gehakt op smaak met sambal, 1 eetlepel ketjap, de gembersiroop, wat ve tsin, laos en 2 eetlepels gebakken uitjes. Roer de hamblokjes erdoor. Maak een taartbodem door wat te passen en meten met de bladerdeegplakjes. Zorg wel dat de naden goed vastzitten. Op de bodem strooi je de seroendeng. Dat is geroosterde kokos met pinda's. Hierop gaat het gehaktmengsel. Hierover strooi je nog 5 eetlepels gebakken uitjes. Giet hierover het eimengsel. Zet deze Oosterse gehakttaart in de oven en leg er losjes een stuk aluminiumfolie over. Zo voorkom je dat je gehakt droog wordt aan de bovenkant. Ik deed het pas later, maar ik denk dat het beter is om meteen te doen. Na ongeveer een half uur in de oven, is je gerecht klaar. Lekker om samen met een salade te nuttigen.

Nodig voor 2 personen: 100 gram bosvruchten 15 ml rode port 25 gram kristalsuiker 250 gram magere kwark 40 gram schuddebuikjes 2 toefjes slagroom Chocolaatjes als versiering In een steelplan doe je de bosvruchten met de port en kristalsuiker. Zachtjes koken, zeker 10 minuten. Dan met de staafmixer pureren. Doe dat in een geschikte hoge beker anders zitten de spetters tot aan je plafond. Geen aanrader. De saus door de zeef doen zodat er geen pitjes meer in zitten. Saus af laten koelen. 2 eetlepels van de saus roer je door de kwark. Maak de schuddebuikjes tot kruimels met een vijzel en stamper. Doe een laagje kruimels in 2 glaasjes. Hou een beetje kruimels over. Hierop gaat de bosvruchtenkwark. Doe hierop een toef slagroom. Verdeel hierover een theelepeltje van de bosvruchtensaus. Strooi wat kruimels als finishing touch. En om het dan helemaal feestelijk te maken een leuk chocolaatje ter decoratie. Simpel. Maar o zo fijn.

Ik maak wel vaker hartige taart, maar nog niet eerder een aardappeltaart. Ik vond een filmpje via Tasty op Facebook. Dan gebruik ik zoiets als inspiratie en houvast voor mijn recept. Het was heerlijk. Dit heb je nodig: 450 gram aardappels Vloeibare boter Peper, zout en knoflookpoeder 100 gram York ham 1 bol mozzarella (125 gram) 2 eetlepels bruschetta kruiden 150 gram geraspte kaas (30+) 2 rode uien Kerrie en paprikapoeder 250 ml kookroom light 2 eieren Vet een ovenschaal in en verwarm je oven op 200 graden. Schil de aardappels en snij ze in plakjes. Was ze en kook deze schijfjes 5 minuten. Giet dan af en laat even afkoelen. Maak een eerste laagje van aardappelschijfjes. Bestrooi met peper, zout en knoflookpoeder. Leg er plakjes ham overheen. Snij de mozzarella in dunne plakjes. verdeel hier wat van over de ham. Strooi er een eetlepel bruschetta kruiden over. Nu weer een laag aardappels met de genoemde kruiden, ham, mozzarella en bruschetta kruiden. Strooi al wat geraspte kaas over deze laag, maar bewaar de helft. Snij de rode uien in dunne ringen en bak deze in vloeibare boter. Goed op smaak brengen met kerrie, paprikapoeder, peper en zout. De gebakken uien verdelen over de geraspte kaas. In een kom klop je de 2 eieren los en meng je dit met het flesje kookroom. Nog wat peper en zout erdoor. Giet dit over de aardappeltaart. Strooi de laatste kaas erover. Met 30 minuten is de aardappeltaart klaar om op te eten.

Een quiche is een hartige taart, waarvan de vulling bestaat uit een luchtig opgeklopte mix van eieren en room. In dit geval heb ik kookroom light en kwark gebruikt. Maar het gebruik van lekker veel spekjes zorgt er alsnog voor dat het wel een calorie rijk recept is. En dat bladerdeeg helpt dan ook niet mee. Maar ja, het is wel erg smakelijk! Officieel is dit trouwens een quiche Alsacienne omdat er naast kaas en spek ook ui bij in zit. Echter, die naam kent helemaal niemand, vandaar mijn keus. Nodig: 4 plakjes bladerdeeg Vloeibare boter 1 eetlepel paneermeel 175 gram spekjes 1 teen knoflook 1 rode ui Peper en Italiaans zeezout 3 eieren 70 ml kookroom light 100 gram magere kwark 100 gram geraspte kaas De hoeveelheid is voldoende voor 2 personen. Zeker als je er bijvoorbeeld nog een soepje vooraf aan eet. Bij de quiche is wat salade altijd fijn natuurlijk. Vet een boterkoekvorm in of als je die niet hebt een springvorm. Laat de plakjes bladerdeeg ontdooien. Als ze ontdooid zijn, maak je ze passend als bodem voor je quiche. Plak de randjes aan elkaar door aan te drukken. Een quiche heeft niet zo'n hoge rand als een gewone hartige taart. Strooi het paneermeel op de bodem. In een koekenpan bak je de spekjes uit. Snij ondertussen de rode ui in kleine stukjes. Pers een teentje knoflook bij de spekjes en voeg de snippers ui toe. Strooi er wat peper over. Als de spekjes uitgebakken zijn, leg je ze op de bladerdeegbodem. Klop de 3 eieren los in een ruime mengkom met een garde. Voeg hier de kookroom en de kwark en toe en klop weer vrolijk verder. Breng op smaak met peper en een beetje Italiaans zeezout. Niet teveel zout want de spekjes zelf zijn al behoorlijk zout. Roer de geraspte kaas door het eimengsel. Warm de oven voor op 200 graden. Schenk het eimengsel over de spekjes. De quiche Lorraine gaat nu 30 minuten op 200 graden de oven in. Dan gaat de oven omlaag naar 175 graden. Nog 10 minuten en dan is de quiche gereed om op te eten. Je kunt 'm trouwens ook afgekoeld eten, bijvoorbeeld als je een buffetje maakt met verschillende lekkernijen.

Eerder maakte ik al granola. Deze keer een variatie erop. Heerlijk bovenop je bakje kwark of yoghurt. Dit heb je nodig: 50 gram walnoten 70 gram pittenmix 35 gram kokos 80 gram pinda's (ongezouten) 150 gram havermout 15 gram sesamzaadjes 100 gram honing 1 eetlepel gembersaus 1 theelepel kaneel 2 eetlepels pindakaas 4 eetlepels kokosolie 35 gram melkchocolade Warm de oven voor op 175 graden. In een mengkom doe je de pittenmix, de havermout, de sesamzaadjes en de kokos. De pinda's deel je door de helft en als ze erg groot zijn, breek je ze nog eens. De walnoten breek je ook in stukjes. Verdeel de kaneel erover. Met een lepel hussel je de boel door elkaar. Giet de honing en gembersaus over inhoud van de kom. Ik maak de kokosolie vloeibaar door het potje even in een bakje met heet water te zetten. Na 5 minuten, kun je dan makkelijk de olie eruit krijgen. Doe dit in een apart bakje. Doe bij de kokosolie de pindakaas. Roer goed door. Verdeel nu over alle ingrediënten. Leg een bakpapier op de bakplaat. Verdeel hierover de granola. Het gaat 20 minuten de oven in. Halverwege schep je de granola om. Als het goed is afgekoeld, kun je de klein gesneden stukjes chocolade erdoor mixen.

Deze salade is een variatie op de traditionele Griekse salade met feta. Maar soms is het leuk om het een beetje anders te doen. Want eigenwijs mag ik graag zijn, ook op kook en bakgebied. Dit is wat je nodig hebt voor 2 personen: 80 gram feta Halve komkommer 12 kleine cherry tomaatjes 12 witte pitloze druiven Halve puntpaprika Paar plakjes serrano ham 1 theelepel bruschetta kruiden Voor de dressing: 2 eetlepels olijfolie 1 eetlepel kruidenazijn 1 eetlepel knoflook koriander woksaus 1 theelepel gembersiroop Dille Knoflookpoeder Was de komkommer, tomaatjes, paprika en druiven. Snij de komkommer en paprika in stukjes en de tomaatjes & druiven door midden. Doe in een mooie slakom. Snij de feta in blokjes. Trek de serrano ham in stukjes en verdeel over de salade. Strooi de bruschetta kruiden erover. Maak de dressing door alles met elkaar in een bakje te doen en goed te roeren. Serveer de dressing apart, dan kan iedereen zelf kiezen hoeveel hij wil gebruiken.

Deze broodreepjes zijn een geweldig bijgerecht voor bij je hoofdmaaltijd. Zoals je kunt zien op de foto, smaakte dit prima bij het stoofpotje met couscous. Het is net zoiets als wanneer je een stukje stokbrood ergens bij serveert. Maar ik vind dit leuker omdat je ze naar eigen smaak kunt kruiden. Ik heb zowel hartige als zoete broodreepjes op mijn blog staan. En zoals ik wel vaker noem, ik kan ervan genieten dat ik niets weggooi, want alle kapjes van het brood worden gebruikt. Nodig: 200 gram kapjes brood (ik gebruikte volkoren en waldkorn) 6 eetlepels olijfolie 2 tenen knoflook 1 theelepel Ras el hanout Zeezout In een kommetje doe je de olijfolie en hierbij pers je de knoflook. Ook de Ras el hanout gaat erbij. Goed doorroeren. Snij de kapjes in reepjes. Warm de oven voor op 200 graden. Leg bakpapier op de bakplaat. Verdeel de kruidenolie goed over de brodreepjes. Leg ze op de bakplaat. Strooi er wat zeezout op en bak ze 10 minuten in de oven. Lekker met een beetje zeezoutboter. Vrij vertaald betekent Ras el hanout dus 'het beste van de winkel', het is een kruidenmengsel uit Marokko. Voor wie het nog niet weet...

Dit was de eerste keer dat ik kippendij filets gebruikte in risotto. Ik heb geconstateerd dat het een aanrader is omdat het minder droog is dan kipfilet. De combinatie met citrus in de vorm van een citroen en verse sinaasappelsap is een toffe. Dus ik zou zeggen, volg dit recept en geniet... Nodig: Vloeibare boter 2 sjalotjes 2 tenen knoflook 1 citroen (rasp en sap) 250 ml verse sinaasappelsap 200 ml witte wijn 300 gram risotto rijst 300 gram kalkoenblokjes 350 gram kippendij filets Kipkruiden 1,5 tablet kippenbouillon 200 ml water 400 gram wokgroente Japans (Jumbo) Halve theelepel rozemarijn Peper Boen eerst de citroen goed schoon met een borsteltje, droog af en rasp de schil met de fijne kant van de rasp. Pers de citroen uit. Snij als het nodig is de wokgroente in wat kleinere stukken. Snij de sjalotjes in ringetjes en was ze. Bestrooi de kalkoen en kippendijen met wat kipkruiden. Snij de kippendijen in kleine stukjes. Doe wat vloeibare boter in een wok en bak hierin de kalkoen en kippendij filet stukjes. Pers de knoflook erboven en doe ook de sjalot ringetjes erbij. Vervolgens het citroensap en de citroenrasp erin. Voeg de rijst toe en schep om tot het glazig ziet. Dat is het moment waarop je de wijn mag toevoegen. Laat lekker zachtjes pruttelen. Als er steeds minder vocht blijft, gaat het sinaasappelsap erin. Ook is het nu tijd voor je wokgroente en de peper & rozemarijn. Verkruimel de bouillontabletten in je risotto. Als het sap ook weer begint te verdwijnen, mag er wat water bij. Proef of het goed op smaak is en of je rijst goed gaar is. Lekker met een salade.

Heerlijk soepje. Ik hou ervan. Ik zal je snel vertellen hoe je het maakt, dan kun je er ook van genieten. Je hebt best een flinke hoeveelheid, maar soep kun je prima invriezen dus dat lijkt me geen probleem. Nodig: Vloeibare boter 2 tenen knoflook 1,5 rode ui 300 gram aardappels (kruimige) 2 groente bouillon tabletten 1,5 liter water 300 gram pindakaas 1 theelepel sambal 1 eetlepel ketjap 1 gele paprika Halve rode puntpaprika Beetje pimentpoeder 50 gram pinda's 2 eetlepels verse selderij Snij de rode ui in stukjes, net als de (punt)paprika. Schil de aardappels, was ze en snij ze in kleine blokjes. Doe de pinda's in de hoge smalle beker en maak ze fijngehakt met behulp van de staafmixer. Pak je soeppan en doe er wat vloeibare boter in. Fruit hierin de ui en vervolgens doe je ook de paprika stukjes erbij in. Pers de knoflook erboven. Goed omscheppen. Kook 1,5 liter water in de waterkoker. Doe de bouillontabletten erbij en het gekookte water. De stukjes aardappel gaan erin. Nu moet je het geheel wel een tijdje zachtjes laten pruttelen (zeker een kwartier). Ondertussen kun je mooi de vers geplukte selderij wassen en klein knippen. Dat mag ook de soep in. Ook de ketjap en wat van het pimentpoeder plus de sambal gaan erbij. Roer de pindakaas door de soep. Goed roeren zodat het weer een geheel wordt. De fijngehakte pinda's erdoor. Nu is het tijd voor de staafmixer in de soep om er een gladde soep van te maken. Je kunt het soepje decoreren met een takje selderij en wat pindaatjes en eventueel wat kipreepjes. Maar je kunt het laatste ook achterwege laten, aangezien het verder een vegetarisch soepje is!

Zin in een lekker fris toetje? Met niet al te veel calorietjes? Lees dan gerust verder... Nodig: 4 perssinaasappels Sinaasappelrasp van 1 30 gram honing 2 theelepels taartina poeder 450 gram magere kwark 100 ml yoghurt Boen 1 sinaasappel goed schoon met een borsteltje. Rasp de schil ervan af. Pers de sinaasappels uit en doe dit samen met de rasp in een steelpan. Breng aan de kook en voeg de honing toe. Laat een kwartiertje zachtjes koken. Neem dan wat van het sap, doe dit in een bakje met de taartina en roer goed door elkaar. Roer dit 'papje' door het al wat ingedikte sinaasappelsap. Laat nog een minuut koken en laat vervolgens afkoelen. Roer in een kom de kwark en yoghurt door elkaar, samen met 5 eetlepels van de afgekoelde sinaasappelsaus. Zet dit afgedekt in een koelkast. Serveer deze sinaasappelkwark met een eetlepel saus erover. Slagroom erbij kan, maar zonder ook al heel smakelijk!

Dit is een makkelijk toetje om te maken als je tenminste wel al de snelle lemon curd en de kiwi siroop in de koelkast voor het grijpen hebt staan. Anders moet je die 2 recepten eerst maken. Je hebt genoeg voor 3 toetjes met deze hoeveelheden (ja misschien onpraktisch maar wij zijn meestal met zijn drietjes hier thuis). Nodig: 4 speculaasjes 200 gram Griekse yoghurt 0% 150 gram magere kwark 3 theelepels kiwi siroop 2 theelepels lemon curd 100 gram verse frambozen Poedersuiker Verkruimel de speculaasjes en doe een laagje kruimels in 3 glaasjes. Meng de yoghurt en de kwark. Roer hier de lemon curd en de kiwi siroop door. Doe deze frisse fruit massa in de glaasjes. Tot je het gaat serveren zet je het in de koelkast. Vlak voor gebruik zet je bovenop mooie frambozen en strooi je er wat poedersuiker over. Zulke toetjes vervelen ons nooit!

Zin in een ander ontbijtje? Grijp je kans en maak deze pannenkoekjes! Als je goede trek hebt, is dit voor 1 persoon een goede hoeveelheid. Nodig: 40 gram havermout 1 banaan 1 ei Beetje kaneel en zout 1 eetlepel agave siroop (of honing) Vloeibare boter Fruit naar smaak Poedersuiker of zoetstof In een hoge beker maak je met behulp van de staafmixer de havermout fijn. Voeg hier plakjes banaan en het ei aan toe. Mix opnieuw met de staafmixer. De agave siroop en het kaneel en zout erbij doen. Even mengen en dan is je beslag klaar. In een koekenpan doe je vloeibare boter. Als de boter warm is, maak je twee of drie hoopjes beslag en spreid deze uit met een lepel of spatel. Bak eerst de ene kant lichtbruin en draai je pannenkoekjes dan om. Was en snij het fruit wat je lekker vindt. Ik nam dit keer frambozen en bramen. Als je pannenkoekjes klaar zijn verdeel je het fruit erover en strooi je er naar smaak poedersuiker over. Wil je liever zoetstof, kan dat uiteraard ook. Het leuke van dit gerechtje is, is dat het niet erg ongezond is, maar toch voelt als verwennerij. En daar hou ik van!

Een klassieke combi in een salade is wel het trio van walnoot, peer en geitenkaas. Ik heb hier nog wat dingetjes aan toegevoegd en een lekkere honing kerrie dressing erbij gemaakt. Resultaat: een lekkere salade! Nodig: 150 gram verse bladspinazie 1 peer 25 gram walnoot 50 gram geitenkaas 50 gram verse ananas 20 gram Serrano ham Voor de dressing: 1,5 eetlepel magere kwark 1 eetlepel honing 1 theelepel gembersiroop 1 theelepel citroensap 1 theelepel kerrie Beetje Italiaans zeezout Haal de lange stelen van de spinazie af, die zijn niet zo lekker in je sla. Schil de peer en snij in kleine stukjes. Breek de walnoten in kleine stukjes. Verkruimel de geitenkaas boven je schaal met salade. Snij de ananas in kleine plakjes. Trek de Serrano ham in kleine stukjes uit elkaar. Alles mag door elkaar. Maak de dressing door alle ingrediënten door elkaar te roeren. Serveer apart bij de salade. Zo klaar allemaal. Eet smakelijk maar weer!

Het was weer de hoogste tijd voor een lekker soepje! En als er dan verse asperges zijn, hoef je niet lang na te denken. Zeker als manlief dol is op asperges! Dit heb je nodig voor 4 personen: 750 gram asperges 1,5 liter kippenbouillon 1 prei 2 bosuitjes 50 gram roomboter 50 bloem 100 ml kookroom light Als topping: 2 eieren 50 gram gerookte zalm 50 gram hamblokjes Verse peterselie Om te beginnen moet je asperges schoonmaken. Je wast ze eerst. Dan ga je met een dunschiller net van onder de bovenkant naar beneden schillen. Bewaar deze schillen want deze heb je nodig, net als de onderkanten van de asperges. Want van elke onderkant snij je ongeveer 2 cm af. Doe de schillen en onderkanten in een grote soeppan. Kook anderhalve liter water in je waterkoker en giet dit erop. Hou het water aan de kook en doe de 3 tabletten kippenbouillon erbij. Laat het 20 minuten zachtjes koken, af en toe om roeren. Ondertussen kun je mooi de prei en de bosuitjes snijden en wassen. Van de prei moet je niet het donkere groen gebruiken. Ook moet je de asperges in stukjes snijden van ongeveer 2 cm. De bouillon door de zeef doen zodat de resten van de asperges eruit kunnen. Die hebben nu hun werk gedaan. In een andere pan doe je de boter, hierin gaar je de prei en bosuitjes. Doe de bloem erbij en blijf dit roeren. Doe dit een minuut of twee. Als het al erg aan gaat koeken, kun je alvast een lepeltje bouillon erbij doen. Doe vervolgens in delen de bouillon erbij. De stukjes asperge erin en aan de kook brengen. Opnieuw moet het ongeveer 20 minuten opstaan zodat de asperges mooi gaar zijn. In deze wachttijd kun je je topping zaken in orde maken, dus de eieren hard koken, schillen en in stukjes snijden. De peterselie plukken, wassen en knippen. Ook de gerookte zalm in reepjes snijden. Als de 20 minuten voorbij zijn, moet je de kopjes van de asperges uit de soep vissen. Die pureer je niet, maar doe je als topping in je soep. De soep pureren met de staafmixer. Als laatste voeg je de kookroom toe. Met een paar minuten pruttelen is je soep klaar. Ik koos ervoor om mensen zelf te laten kiezen wat ze in hun aspergesoep wilden, dus ik maakte een bordje met de aspergekopjes, hamblokjes, zalmstukjes en het gekookte ei. Ik was zelf de peterselie vergeten (zoals je misschien al opgevallen was op de foto's). Ik moet zeggen dat ik verbaasd was dat de soep zo smakelijk was terwijl er verder niets aan kruiden was toegevoegd naast de kippenbouillon. Blijkbaar heeft een goede asperge niet veel nodig! We hebben er ook nog lekkere aspergebroodjes bij gegeten, maar dat volgt later...

Dit is een complete ovenschotel met vis, groente en aardappel. Preciezer: panga en gerookte zalm, prei en bosui en aardappelschijfjes. Voor 4 personen heb je het volgende nodig: 600 gram gesneden prei 3 bosuitjes 100 gram gerookte zalm 320 gram pangasius Vloeibare boter Peper, zeezout, knoflookpoeder 2 eetlepels woksaus knoflook koriander 450 gram voorgebakken aardappelschijfjes 200 gram zuivelspread met bieslook light 250 ml kookroom light 100 gram geraspte kaas Snij de prei doormidden en snij er zo halve ringetjes van. Was de gesneden prei zorgvuldig want er zit het nodige zand tussen soms. Laat uitlekken in een vergiet. Snij de bosui in ringetjes en was eveneens. In een wokpan doe je wat vloeibare boter en wok hierin de prei. Breng op smaak met wat zeezout, peper en knoflookpoeder. Voeg hier ook de woksaus aan toe. Schep goed om en doe het vuur uit als de prei gereed is. Gaat best snel hoor. Warm de oven voor op 200 graden. Laat je diepvries aardappelschijfjes ontdooien. Vet een ovenschaal in en verdeel hierin de gewokte prei. Snij de panga in stukjes en strooi de viskruiden erover die erbij zitten. Wrijf dit er in. Verdeel dit op de prei. Knip de gerookte zalm in kleine reepjes en strooi dit door de panga heen. De bosuitjes gaan hier ook overheen. Maak hierop een laag van aardappelschijfjes. Meng de zuivelspread met de kookroom in een kom door met de garde goed te roeren. Verdeel dit over de ovenschotel. Als laatste strooi je de geraspte kaas erover. Deze ovenschotel gaat 30 minuten de oven in en dan kun je aanvallen!

Deze kipsaté smaakt heerlijk. Vooral als je de kipfilet lang genoeg laat marineren ( minimaal een uur). Het vlees wordt er ook lekker mals van. Snij de kipfilet in kleine stukken. Doe de eetlepel kipkruiden erdoor. Doe in een bakje de ketjap met geperste knoflook. Alle andere ingrediënten erin doen en de marinade goed door elkaar mengen. De kipfilet in de marinade doen en dus lekker laten intrekken. Ik vind het leuk om de sateetjes echt aan stokjes te serveren, dus dan moet je de kipfilet aan een satéprikker rijgen. Maak eerst je stokjes eventjes nat onder de kraan. Dat zorgt ervoor dat je stokjes minder snel zwart worden. Dat is vooral belangrijk als je met een bbq werkt. Omdat het niet echt meer het seizoen is om buiten achter de bbq te staan, heb ik dit keer de grillplaat op het fornuis gebruikt. Je zou er een teppanyaki plaat voor kunnen gebruiken, als je die hebt. Een gewone grillplan of koekepan kan ook. Een grillplaat is wel ideaal omdat je genoeg ruimte hebt en de stokjes makkelijk kunt draaien. Er hoeft maar een beetje olijfolie of vloeibare boter op de plaat. Draai de kipsaté regelmatig rond tot ze gaar en klaar zijn. Dit is een heerlijk bijgerecht voor als je Bijvoorbeeld nasi of bami eet. Lekker om er pindasaus bij te serveren met seroendeng. Kijk eens bij het label ' aziatisch' op mijn blog en vindt er leuke bijpassende gerechten!

Nodig: 700 gram winterpeen 1 gele paprika 6 champignons 2 rode uien 150 gram roma tomaatjes 4 tenen knoflook 1 theelepel za'atar 3 eetlepels olijfolie 2 eetlepels honing Zeezout Ik maak wel eens vaker geroosterde groente als bijgerecht. Dit keer had ik veel winterpeen over. Dus deze groente heeft de hoofdrol vandaag. Schrap de winterwortels schoon, haal boven en onderkant eraf. Was schoon. Snij in stukken en vervolgens in repen. Maak ze niet te dik en liefst ongeveer dezelfde grootte. Anders is het ene stuk nog erg hard terwijl de andere al klaar is. Neem een ovenschaal waarop je de stukjes neerlegt. Verwarm de oven voor op 200 graden. Was en snij ook de champignons en paprika in stukken. Schil de uien en snij in stukken. De tomaten doe je door de helft. Pers de knoflook over de groente. Doe in een kom de olijfolie, honing en za'atar. Meng door elkaar en giet over de groente. Hussel alle groente door elkaar. Strooi er wat zeezout over. Het gaat in de oven voor een half uur, misschien nog een beetje langer zelfs. Hangt ervan af hoe hard je winterpeen is.

Op verzoek van mijn man heb ik goulashsoep gemaakt. Ik had zelf niet echt een positieve associatie met goulash, maar daar ben ik overheen gestapt. En terecht...want dit soepje is heel lekker. Het recept komt van het programma Koffietijd. Ik heb maar een paar kleine wijzigingen gedaan. Ik had runderpoulet die al in blokjes was, geen idee of dat standaard zo is. Het gebruik van runderpoulet in soep is me erg goed bevallen dus dat ga ik zeker vaker doen. Over de blokjes vlees doe je het zout, de peper en paprikapoeder. Snij de ui klein. In twee eetlepels vloeibare boter pers je de knoflook en fruit je de ui. Smoor het vlees hierin. Regelmatig roeren. Na een kwartier mogen de stukjes winterpeen, stukjes paprika en stukjes tomaat erbij. Zorg met een waterkoker voor anderhalve liter kokend water en maak daarmee de runderbouillon door de tabletten erin te doen( bij mij 3 stuks, maar check je verpakking). Doe de bouillon ook in de pan. Breng weer aan de kook en voeg de thijm toe. Laat een uur zachtjes koken. Omdertussen schil je de aardappels, was ze en snij ze in kleine blokjes. Na het uur pruttelen mogen de aardappelblokjes erin. Laat het nog drie kwartier pruttelen. Dan heb je twee opties: je serveert de soep zo, met stukjes groente in een wat dunnere bouillon. Of je vist alle stukjes vlees er even uit en bewaart deze apart. Dan maak je een gladde soep met behulp van de staafmixer. Je krijgt dan een mooie dikke soep. Het vlees mag er uiteraard terug in. ;-) Een heel geslaagd soepje! Lekker in combinatie met een kaas uien broodje....

Dit is een leuk bijgerechtje...voor als je eens wat anders wilt als een stukje stokbrood bijvoorbeeld. Met deze hoeveelheid heb je 6 stengels, maar je kunt natuurlijk meer maken. Nodig: 2 plakjes bladerdeeg 1 losgeklopt ei 1 scheut ketjap Wat kokos Wat sesamzaadjes Wat gebakken uitjes Zeezout Chilipoeder Laat de plakjes bladerdeeg ontdooien. Snij met een mesje 6 reepjes per plak. Plak 2 reepjes aan elkaar en leg de reepjes op een stuk bakpapier (wat dan weer ligt op een bakplaat). De oven verwarm je voor op 200 graden. Klop het ei los met een scheut ketjap. Met een kwastje bestrijk je de reepjes bladerdeeg hiermee. Strooi naar smaak kokosrasp, sesamzaadjes en fijngemaakte gebakken uitjes op de reepjes. Maak het af met de chilipoeder en zeezout. Ze gaan voor 15 minuten de oven in. Een lekker stengeltje met een beetje pit! Je houdt wel wat ei over natuurlijk, daar kun je een omeletje mee bakken bijvoorbeeld.

Ik had een paar citroenen liggen, die nodig op moesten. Dus zocht ik iets simpels en vroeg me ineens af of ik er zelf een siroop van kon maken. Je eigen aanmaaklimonade of ranja. En dan is het idee geboren en zoek ik wat rond op internet hoe zoiets moet. Nodig: 100 ml citroensap (ongeveer 3 citroenen) 100 gram kristalsuiker Let op: dit is geen grote hoeveelheid, dus als je een flesje vol siroop wilt, moet je het recept misschien wel x 3 doen. Pers de citroenen uit, zorg dat er geen pitjes inkomen. Doe dit in een steelpan samen met de suiker. Breng aan de kook en laat even pruttelen. Als de suiker helemaal is opgelost, kun je het laten afkoelen. Schenk in een flesje of potje. Bewaar in de koelkast. Als je het aanlengt met water, heb je dus een lekker glas citroensiroop.

Voor dit taartje maak je eerst een bodem die je al eerst kort voorbakt. Daarna gaat de taart met de vulling en kruimeldeeg erop, opnieuw in de oven. Warm de oven voor op 175 graden. Het taartje past in een boterkoekvorm. Nodig: Voor de bodem: Vloeibare boter 80 gram roomboter 50 gram witte basterdsuiker 115 gram bloem Half zakje bakpoeder 1 eidooier 50 gram gedroogde abrikozen 2 peren 80 gram sinaasappel marmelade 1 eetlepel citroensap 25 gram walnoten Voor het kruimeldeeg: 120 gram bloem 50 gram kristalsuiker 80 gram roomboter Scheid het ei, want in dit recept gebruik je alleen de eidooier. Doe de eidooier met de basterdsuiker, zachte roomboter, bakpoeder en bloem in een kom en kneed met schone handen tot een samenhangend deeg. Vet een boterkoekvorm in met wat vloeibare boter. Druk het deeg hierin uit, doe wat bloem aan je vingers zodat het niet zo plakt en het verdelen van het deeg in de vorm makkelijker gaat. Bak de bodem 15 minuten in je voorverwarmde oven. Ondertussen schil je de peren en snij ze in stukjes. Snij ook de abrikozen in kleine stukjes. Verkruimel de walnoten tot kleine stukjes. Hussel alles door elkaar. Besprenkel met citroensap en meng de marmelade er door. Laat deze vulling eventueel wat uitlekken als het te vochtig is. Doe de vulling op de voorgebakken bodem. Maak je kruimeldeeg door de bloem, roomboter en kristalsuiker door elkaar te kneden met je vingertoppen. Leg de kruimels bovenop de vulling. De taart gaat voor de tweede keer 30 minuten in de oven.

Tijd voor weer een heerlijke salade! Dit keer met spinazie. Je gebruikt hierbij ook je zelfgemaakte knoflookcroutons. Je kunt deze salade eten als lunchgerecht voor 1 persoon of als bijgerecht bij je diner. Kies zelf maar. Het is allebei heerlijk. Ik at het de ene dag als lunch en maakte het de volgende dag bij de BBQ als salade. Zo lekker vond ik het! Nodig: 80 gram bladspinazie 70 gram mango Halve oranje paprika 6 cherry tomaten in drie kleuren 10 gram knoflookcroutons Italiaans zeezout Voor de dressing: 1 eetlepel knoflookolie 1 eetlepel kruidenazijn 1 theelepel mosterd 1 eetlepel honing Ik had een zak bladspinazie die al gewassen en kant en klaar was. Ik haal alleen de te lange steeltjes ervan af. Pak een mooie schaal voor je salade. Snij de mango in stukjes, net als de tomaatjes. Maak de paprika schoon en snij er reepjes van. Hussel al deze zaken door elkaar. Strooi de knoflookcroutons erover en bestrooi met wat Italiaans zeezout. Maak in een bakje de dressing door alles goed door te roeren. Serveer de dressing in een apart bakje.

Niets zo lekker als zelfgemaakte croutons. Een bite in je salade. Je gebruikt hiervoor restjes brood of broodkorsten. Ik gebruikte Waldkorn dit keer Voor dit recept: 50 gram broodkorsten 1 theelepel paprikapoeder 1 eetlepel bruschetta kruiden Beetje zeezout 3 eetlepels olijfolie Meng de olijfolie met alle kruiden door elkaar. Snij de korsten in kleine blokjes of stukjes. Hussel het brood door de olijfolie. In een koekenpan bak je de croutons knapperig. Supersnel geregeld toch?

Bagels zelf maken is echt een grappig iets omdat het een andere procedure is dan het meeste brood wat je maakt. Bagels worden vooral veel gegeten in Amerika. Van oorsprong is het trouwens Joods. Dus ik zou zeggen probeer het ook eens? Nodig: 500 gram bloem 1 zakje droge gist 2 eetlepels olijfolie 250 ml water 10 gram zout 15 ml koffiemelk Sesamzaadjes, maanzaad, zeezout In een mengkom doe je de bloem, gist, olijfolie, 10 gram zout en het water. Nu ga je 10 minuten kneden tot je een elastisch deeg hebt. Als start kun je nog een mixer met deeghaken pakken, maar ouderwets handwerk mag ook. Dan weeg je de deegbal en deel je het in 12 gelijke stukken. Elk stuk ga je opnieuw kneden en opbollen. Laat deze bolletjes rijzen onder een schone vochtige theedoek op een warme plek. Hierna pak je een pollepel en hiermee ga je in elk bolletje een gat maken met de steel. Beweeg de steel rustig heen en weer tot je erdoorheen bent en het gat wat ruimer is. Nu heb je de vorm van de bagel. Laat alle bagels weer 30 minuten rijzen op een warme plek met dezelfde theedoek erover. Dan komt het moment dat je een lekkere grote pan nodig hebt, liefst een soeppan. In ieder geval moet er 3 liter water in wat je aan de kook brengt. Doe in het water nog een beetje zout. Een schuimspaan is handig om alvast bij de hand te hebben. Warm de oven voor op 220 graden. Voordat de bagels in de oven gaan, moeten ze eerst in het kokende water. Maar niet teveel tegelijk. Handig om eerst met 2 stuks te beginnen. De bagel moet gaan drijven in het water, dan draai je de bagel om met de schuimspaan en laat je het nog 1 minuut koken. Daarna eruit halen en even laten uitlekken. Op een bakplaat leg je bakpapier. Hierop leg je de gekookte bagels. Bestrijk de bagels met koffiemelk met een kwastje. Strooi er maanzaad of sesamzaad over. Als je een hartige bagel wilt, kun je bestrooien met zeezout. De bagels moeten nog 10 minuten de oven in. Hierna is het tijd om aan te vallen! Lekker om met roomkaas en wat gerookte zalm te eten of verzin zelf iets spannends!

Nodig: Voor de bodem: 75 gram roomboter 75 gram kristalsuiker 150 gram zelfrijzend bakmeel 1 ei Voor de vulling: 100 gram amandelen 75 gram kristalsuiker 2 eieren 50 gram honing 60 gram roomboter Voor de decoratie: 75 gram nougatine 50 gram amandelstiften (langwerpige stukjes) Voor de caramel: 150 gram kristalsuiker 100 gram crème fraîche light 20 gram roomboter Eerst ga je de bodem maken. Dit taartje maak je het in een boterkoekvorm. Doe in een mengkom de kristalsuiker en gesmolten boter. Met de mixer goed mengen. Het ei erbij en weer verder mixen. Via de zeef voeg je het bakmeel toe. Als je deeg goed vermengd is, kun je het met de hand nog wat kneden. De boterkoekvorm een beetje invetten en dan kun je het deeg in de vorm drukken, ook de randjes moeten bedekt. Verwarm de oven voor op 180 graden. Nu ga je de vulling maken: klop de eieren, honing en de suiker samen los met de mixer. Doe de gesmolten boter erbij. Als het goed gemixt is, spatel je de gemalen amandelen (amandelmeel) erbij.Schenk de vulling op het deeg en doe de taart voor 40 minuten de oven in. Laat de taart afkoelen. Versier nu je taart met de nougatine en eromheen de amandelstiften. Tijd om de caramel te maken. Je hebt een steelpan nodig met dikke bodem. Spoel om met water en droog niet af. Weeg nu eerst je boter en crème fraîche af, het mag samen in een bakje. Warm dit kort op in de magnetron zodat de boter gesmolten is. Meng het door elkaar. Laat dit even staan. Doe de suiker in de steelpan en laat op matig vuur smelten. Ik roer af en toe wel met een houten pollepel, maar niet teveel. Het wordt eerst klonterig en dan gaat het verkleuren. Uiteindelijk moet alle suiker gesmolten zijn. Het wordt heel heet, dus wees voorzichtig! Als de suiker gesmolten is, mag je boter/ crème fraîche erbij. Het gaat een beetje pruttelen, roer rustig door. Het mag nu nog een paar minuten zacht koken. Door het roeren, kun je zien wanneer het mooi glad wordt. Laat het vervolgens heel kort afkoelen (niet te lang anders wordt het al harder) en giet het over je taart met een lepel. Als de caramel is afgekoeld en gestold, dan is jouw caramel amandeltaart gereed!

Nodig: 175 gram speculaasjes 75 gram roomboter Vloeibare boter 500 gram kwark 100 gram witte basterdsuiker 1 zakje vanillesuiker 1 sinaasappel (rasp en 50 ml sap) 50 gram bloem 3 eieren 25 gram roomboter 2 appels 75 gram sinaasappel curd 100 gram bloem 50 gram kristalsuiker 75 gram roomboter Voordat je aan deze heerlijke taart begint, maak je eerst de sinaasappel curd. In een springvorm van 24 cm doe je bakpapier op de bodem. Vet de vorm een beetje in met vloeibare boter. Maak de speculaasjes tot kruimels. Dat kan op verschillende manieren: in een theedoek en dan de deegroller erover, met een hamer erop slaan of gewoon luxueus met een keukenmachine. Doe de verkruimelde speculaas in een kom. Smelt de 75 gram roomboter en vermeng dit met de kruimels. Doe dit als bodem op het bakpapier en druk het aan met een lepel. In een mengkom doe je de kwark, basterdsuiker, vanillesuiker en roer om. 1 voor 1 de eieren erbij doen en mengen. Boen de sinaasappel goed schoon en droog af. Rasp de schil en pers de sinaasappel uit. 50 ml van het sap en de rasp gaan door het kwarkmengsel. Smelt 25 gram roomboter en ook dit gaat erdoor. Zeef 50 gram bloem boven het mengsel en meng opnieuw. Giet het mengsel op de speculaas bodem. Warm de oven voor op 175 graden. Snij de appels in stukjes. Meng dit met de sinaasappel curd en verdeel het over de kwark. Je moet deze sinaasappel curd dus wel eerst maken. In een kom doe je de 100 gram bloem, 50 gram kristalsuiker en 75 gram roomboter. Maak hier een kruimeldeeg van door met je vingertoppen te kneden, wat weer over het appelmengsel heen gaat. Voor de zekerheid doe ik aluminiumfolie onder de bodem van de springvorm, want er lekt wel eens wat doorheen. Deze heerlijke taart moet 70 minuten in de oven.

Dit is een mini taartje wat ik weer helemaal zelf heb uitgevogeld. Het smaakt heerlijk fris, niet veel toegevoegde suikers, dus wat meer pure smaken. Ik had met deze hoeveelheden 9 taartjes, zo groot als een cupcake. Je maakt ze ook klaar in dezelfde papieren bakvormpjes. Alleen bakken komt er niet aan te pas. Voor het bodempje heb je nodig : 50 gram walnoten 50 gram roomboter 10 bastognekoeken (niet noodzakelijk van het dure merk, mag ook eigen merk van de supermarkt zijn Maak de walnoten fijn met de staafmixer. Verkruimel de bastognekoeken (in een theedoek met de deegroller erover bijvoorbeeld of met een keukenmachine). Smelt de roomboter in de magnetron. Meng alles goed. Doe nu een eetlepel van dit mengsel in elk papieren bakje. Druk het aan met je lepel. Zet ze even in de koelkast zodat het wat steviger wordt. Wat heb je nodig voor de yoghurt laag? 350 gram Griekse yoghurt 250 ml verse sinaasappelsap 4 eetlepels kristalsuiker 5 mg agar agar Pers de sinaasappels uit en doe het sap in een steelpannetje samen met de suiker. Breng dit aan de kook en laat eventjes pruttelen. De agar agar mag erbij. Ik denk niet dat dit in veel supermarkten te koop is. Agar agar is de plantaardige variant van gelatine, gemaakt van roodwieren. Je kunt het in ieder geval wel kopen bij een toko. Op de foto zie je dat het roze is, maar je hebt het ook zonder toegevoegde kleur. De Griekse yoghurt mag erbij. Nog een minuut koken. Dan ben je aanbeland bij een geduld werkje. Want het moet eerst afkoelen. Pas als het afkoelt, wordt het stevig. Je kunt dat proces versnellen door het over te gieten in glazen bekers (bijvoorbeeld) en die in een bak koud water te plaatsen. Wel regelmatig om roeren. Je kunt namelijk klontjes krijgen. Om dit tegen te gaan, kun je als het steviger is geworden, alles weer bij elkaar doen in een kom en de mixer er even doorheen laten gaan. Als het nog te schenken is, doe je met een opscheplepel op elke bodem wat van deze frisse laag. Maak het een beetje egaal. De taartjes weer terug in de koelkast zetten. Nu hoef je alleen de topping nog te maken. Voor de topping heb je nodig: 90 gram mango 1,5 eetlepel sinaasappelmarmelade Pureer de verse mango met een staafmixer. Mix dit door de sinaasappelmarmelade. Deze kun je vinden bij de verschillende soorten jam in een supermarkt. Op elk taartje mag een beetje van deze friszoete topping. In de koelkast zetten tot de taartjes stevig genoeg zijn. Dat duurt niet zo heel lang. Gelukkig. Als je het papiertje eraf haal, krijg je een mooi streepjes effect aan de zijkant van je taartje. Want het oog wil ook wat. Toch? Geniet ervan!

Kip kerrie zonder een pakje. Ik vind het leuk als ik zonder kant en klaar pakje iets lekkers kan fabriceren. Als jij dat ook leuk vindt, dan is dit een mooi recept voor jou! Nodig voor 4 personen: 450 gram kipfilet 1 eetlepel kipkruiden 2 eetlepels ketjap manis 2 tenen knoflook 100 gram champignons 3 bosuitjes Halve paprika 1 eetlepel kerrie 1 theelepel kurkuma 1 eetlepel chili woksaus Kwart theelepel chilipoeder Beetje sweet chili Halve liter kippenbouillon 3 eetlepels bloem 150 gram verse ananas stukjes 2 eetlepels rozijnen 50 ml kookroom light Beetje vloeibare boter Snij of knip de kipfilet in stukjes. Doe de kipkruiden erover. Zo ook de ketjap en de geperste knoflook. Schep het om met een lepel en laat even marineren. Ondertussen snij je de champignons, paprika en bosui in stukjes. Zo nodig kun je de verse ananas stukjes ook nog wat kleiner snijden. In een wokpan doe je wat vloeibare boter. Bak hierin de kip. Doe de champignons, paprika en bosui erbij en roer om. Kook ondertussen met je waterkoker een halve liter water en doe dit in een schenkkan. Doe hier een tablet kippenbouillon in. Breng de kip en groente verder op smaak met de kerrie, kurkuma, de sweet chili en het chilipoeder. Nu gaat de bloem erbij. Goed om blijven roeren, na een paar minuten doe je beetje bij beetje de bouillon erin. Steeds lekker roeren zodat je geen klontjes krijgt. Laat zachtjes koken. De woksaus mag erbij samen met de rozijnen en de ananas. Nu als laatste de kookroom erdoor mengen en klaar is je heerlijk pittige kip kerrie! Natuurlijk lekker met rijst, dat kan niet missen...

Met dit recept maak je 4 saucijzenbroodjes van een redelijk formaat. Niet de XL die je soms kunt kopen, maar toch aanzienlijk. Voor dit recept zul je eerst het bladerdeeg moeten maken. Dat recept kun je hiervoor vinden. Je kunt kiezen voor optimaal makkelijk en kant en klaar bladerdeeg pakken. Dan zullen alleen je saucijzenbroodjes wat kleiner uitvallen ( 1 voordeel is dat je er dan meer hebt...). Ik heb de bladerdeegvierkantjes namelijk zo'n 15 bij 15 cm gemaakt. De oven voorverwarmen op 200 graden. In een kom doe je het gehakt. Voeg hieraan de geperste knoflook, gehaktkruiden, sambal en ketjap toe. Klop in een ander bakje het ei goed los. Doe de helft van het ei door de gehakt, de andere helft heb je straks nog nodig. De peterselie plukken, wassen en klein knippen of snijden. De fijngemaakte peterselie mag bij de gehakt. Verkruimel een halve beschuit bij de gehakt ( heb je die niet, kun je ongeveer een eetlepel paneermeel gebruiken). Maak op smaak met peper en eventueel zout. Of het laatste nodig is, hangt af van welke gehaktkruiden je gebruikt ( in veel merken zit al aardig wat zout). Het gehakt mengen en 4 balletjes draaien. Van die balletjes maak je een rolletje gehakt. Op een bakpapier leg je 4 vierkanten bladerdeeg. Bestrijk die met ei. Leg dan op elk plakje een rolletje gehakt, druk dat een klein beetje plat. Het bladerdeeg dichtvouwen en langs de randen goed dichtmaken. Ik doe dat door een klein randje naar boven om te vouwen, daarna druk ik dan met een vork randjes erin. Ziet er leuk uit en zorgt voor een mooie afsluiting. De baktijd is tussen de 15 tot 20 minuten. Dat hangt af van hoe donker je ze wilt hebben. Ik heb ze trouwens op bakpapier meteen op het rooster gelegd. Ik wilde voorkomen dat de onderkant zacht zou worden. Ze waren mooi gegaard, dus dat werkt prima.

Voor dit toetjes recept maak je eerst de ananas siroop. Verder ben je eigenlijk zo klaar als je siroop al gereed is. Dit heb je allemaal nodig: 1 pakje kloppudding vanille 500 ml melk 7 eetlepels ananas siroop 100 gram verse stukjes ananas 2 speculaasjes Volg de aanwijzingen op het pakje kloppudding. Daar heb je dus ook de melk voor nodig. Aan het eind van het mixen, doe je er 3 eetlepels van de ananas siroop doorheen. Is het goed gemengd? Dan mag je de kloppudding verdelen over 4 glaasjes. Laat opstijven in de koelkast. Snij de ananasstukjes klein en verdeel over de pudding. Schenk over de ananas weer een eetlepel ananassiroop. Dus voor elk toetje een eetlepel. Verkruimel de speculaasjes en strooi wat van de kruimels als topping op je toetje.

Ik hou wel van eierkoeken. Maar er worden helaas veel vieze eierkoeken verkocht. De fabrieksvarianten vind ik al helemaal niet eetbaar. Dus je begrijpt het al, hoogste tijd om het zelf eens te proberen! Met dit recept heb je 6 bescheiden formaat eierkoeken. Verwarm je oven maar vast voor op 180 graden. Benodigdheden: 1 ei 50 gram kristalsuiker 1 theelepel citroenrasp (dr Oetker) 50 gram bloem Halve theelepel bakpoeder Beetje zout Doe het ei met de suiker in een mengkom en mix geduldig tot het klaar is. Dat mag wel een minuut of 5. Het moet een bepaalde luchtigheid hebben en houden. Vandaar dat je de citroenrasp erdoor gaat mengen met een spatel. De bloem en bakpoeder erboven zeven en een heel klein beetje zout erin doen. Ook dit voorzichtig door het beslag doen met de spatel. Op een bakplaat met bakpapier maak je zes hoopjes met een lepel. Ze lopen nog behoorlijk uit, dus niet te dicht bij elkaar! Met 10 minuten in de oven zijn de eierkoeken klaar. Je zou nog variaties kunnen maken door er wat rozijnen door te doen of stukjes chocolade. O ja, eierkoeken blijven vrij licht, dus niet door laten bakken omdat je denkt dat het nog niet klaar is. Anders heb je harde eierkoeken. Als ze afgekoeld zijn, voorzichtig van het bakpapier afhalen. Het is wat plakkerig. Ook handig om bij het bewaren rekening mee te houden, anders heb je ineens 1 hele grote klont eierkoek....

Helaas heb ik geen foto van het eindresultaat gemaakt. Dit was zo'n kwestie van: oeps, ze zijn al op! Het recept is genoeg voor 16 cupcakes maar ik was aan het ronddelen en mijn puberzoon vond ze duidelijk ook erg lekker. Hahaha...voor je het weet, moet je weer iets nieuws bakken. Nodig (16 stuks) 175 gram roomboter 150 gram lichte basterdsuiker 3 eieren 80 gram pindakaas 80 gram banaan (1 kleine banaan ongeveer) 175 gram zelfrijzend bakmeel 30 gram choco vlokken puur 16 stuks Rolo Het leuke bijkomende effect als je gaat vertellen aan een vrouw dat er een rolo in deze cupcake verstopt zit: een stralende lach, sprankelende ogen en een verzuchtend 'oh echt?' Ik weet het een tikkie generaliserend, maar ik vond de gelijkenis in reacties frappant onder de dames. In een beslagkom mix je de zachte boter met de suiker. Voeg 1 voor 1 de eieren toe. In een hoge beker doe je de plakjes banaan met de pindakaas. Pureer en meng dit met behulp van de staafmixer. Voeg dit toe aan het beslag en meng door elkaar. Zeef de bloem erboven en meng opnieuw. Spatel de iets fijngemaakte vlokken erdoor. Niet mixen want dan hou je geen stukjes over. Warm d oven trouwens voor op 160 graden, zoals meestal bij cupcakes. Doe in een muffinbakvorm papieren vormpjes en verdeel het beslag met de ijslepel. Niet te vol doen, anders loopt je cupcake over. Stop in elke cupcake een Rolo en zorg dat het beslag de Rolo bedekt. 20 minuten in de oven en je kunt heel wat vrouwen (en mannen) gelukkig maken!

Ik eet vrijwel altijd op werkdagen in de ochtend magere yoghurt met stukjes banaan en soms wat ander fruit. Daar bovenop dan een beetje cruesli met chocolade. Maar echt gezond is die kant en klare cruesli niet want een flinke dosis suiker. Dus tijd om eens te proberen hoe dat smaakt als je het zelf maakt! Ik moet zeggen dat ik verwacht dat dit weer een blijvertje gaat worden. Ik maak ondertussen ook al herhaaldelijk ontbijtkoek en crackers zelf om het hele gezin er blij van wordt. Dus die granola kan er ook nog wel bij. Zowel granola als cruesli is geroosterd (muesli dus niet), maar bij cruesli heb je van die grotere stukken. Bij granola is dat minder, maar zeker niet minder lekker met al die noten en pitten. Dit heb je nodig voor een voorraadje granola (je kunt het wel een tijdje bewaren): 150 gram havermout 50 gram hazelnoten 100 gram walnoten 50 gram pittenmix 10 gram sesamzaadjes 30 gram geraspte kokos 90 gram honing 4 eetlepels kokosolie 1 theelepel gembersiroop 1 theelepel kaneel 1 theelepel cacaopoeder 2 eetlepels water 30 gram choco drops Verwarm de oven voor op 175 graden. In een mengkom doe je de havermout, de pittenmix, de sesamzaadjes en de kaneel en cacao. De noten hak je fijn, maar niet te klein hoor! Alle noten erbij doen, plus de kokos. Nu giet je de honing erover. De kokosolie maak je vloeibaar door het even in een bakje in de magnetron te verwarmen. Zo kun je de eetlepels kokosolie erover doen en het water. Schep alles goed door elkaar. De choco drops gaan er pas in na het bakken in de oven. Je kunt natuurlijk later ook andere dingen toevoegen als gedroogd fruit, rozijnen, verzin zelf maar. Maar eerst eens het boeltje afmaken...dus leg een bakpapier op de bakplaat en verdeel de granola goed. Het moet een kwartier in de oven, maar halverwege moet je het omscheppen. Als het klaar is, goed laten afkoelen. Dan kun je de choco drops erdoor doen of wat je zelf nog bedenkt. Mmmmmm lekker hoor!

Dit is een taartje wat ik heb gebaseerd op een recept van Jamie Oliver. Haha, dat klink alsof ik heel veel praatjes heb. Maar ik heb het gewoon wat simpeler gemaakt hoor. Het leek me leuk om iets te maken met mandarijnen, ik had er nog zoveel op de fruitschaal liggen namelijk. En ik moet zeggen, ik heb er geen spijt van. Nodig: 4 mandarijnen 170 gram amandelmeel 70 gram zelfrijzend bakmeel 300 gram kristalsuiker 180 ml water 50 ml sinaasappelsap 150 gram roomboter 2 eieren 1 eetlepel limoensap 100 gram magere kwark 1 theelepel dr Oetker citroenrasp Boen de mandarijnen goed schoon met een borsteltje. Je gebruikt ze met schil en al, vandaar dus. Snij de mandarijnen in plakjes. In een steelplan doe je 150 gram van de suiker en 180 ml water. Breng aan de kook en laat zachtjes pruttelen tot een siroop. Na 10 minuutjes gaan de mandarijnenplakjes erin. Nog een kwartier zachtjes laten koken. In een springvorm doe je op de bodem bakpapier. Vet de vorm in met wat boter. Leg hierin de mandarijnen plakjes. De rest van de siroop zet je weer op het vuur en voeg hier de sinaasappelsap bij. Nog 10 minuten koken en dan af laten koelen. De eieren scheiden en de eiwitten stijfkloppen. In een andere kom mix je de boter en de andere helft van de suiker. Hierbij doe je de eidooiers, limoensap en citroenrasp en opnieuw mixen. Meng de amandelmeel met de bakmeel en spatel dit door het mengsel. Hierna spatel je de kwark erdoor. Om te eindigen met het toevoegen van het stijfgeklopte eiwit. Doe dat in delen en behoedzaam zodat het wat luchtigheid kan behouden. De oven mag op 160 graden voorverwarmd worden. Doe het beslag bovenop de mandarijnenplakjes. Strijk netjes glad met de spatel. De taart gaat 45 minuten de oven in. Laat de taart afkoelen als hij klaar is en haal dan de springvorm eraf. Zorg er voorzichtig voor dat je de taart omkeert, want je wilt de bovenkant met de mandarijntjes zichtbaar hebben. Hierover giet je de sinaasappelsiroop.Tot slot kan ik je vertellen dat je een geweldig toetje hebt, als je bij een puntje van deze taart een bolletje sinaasappelijs serveert.

Ik ben gek op brood bij mijn avondeten. Stokbrood, broodstengels, broodjes met een smaakje. Zoals deze rozemarijnbroodjes. Ik heb het dit keer zonder broodbakmachine gedaan. Dus met de hand kneden. Om te beginnen doe je in een mengkom: 100 ml. warm water met de kookroom, suiker, zeezout, 2 eetlepels olijfolie en 1 zakje gist. Roer dit met de garde goed door elkaar. Laat het even staan. Schil de aardappel en rasp met de fijne kant van de rasp. Pluk de verse rozemarijn en haal de rozemarijn van de takjes. Maak de stukjes met de vijzel en stamper fijn of gebruik een schaar om in stukjes te snijden. Nu mag je de geraspte aardappel, de geraapte kaas en de rozemarijn bij je mengsel. Meng niet meer met je garde maar met een pollepel. Nu gaat de bloem erbij. Eerst kun je nog wat mengen met de pollepel, maar als het niet meer lukt, ga je met de hand kneden. Kneden tot je een soepel deeg hebt en het een samenhangende bal is. Doe het deeg in een schone bak, dek goed af met plastic folie en zet op een warem plek om te rijzen. Laat het in ieder geval een half uur rijzen. Draai hierna 9 bolletjes van het deeg, gebruik wat bloem als het teveel plakt. Leg ze op een bakplaat waarop je al bakpapier hebt gedaan. Nu laat je opnieuw de broodjes rijzen onder een schone theedoek. Ondertussen mag je de oven voorverwarmen op 200 graden. Na een half uur snij je wat inkepingen bovenop de broodjes. Meng in een bakje de olijfolie, de geperste knoflook en sesamzaadjes. Bestrijk de broodjes met een kwastje. Bestrooi met zeezout. De eerste 10 minuten laat je de oven op 200 graden, vervolgens nog 10 minuten op 180 graden. Het resultaat: heerlijke broodjes, vooral met wat kruidenboter. De korst was ook lekker, vermoedelijk mede door de geraspte aardappel.

De laatste tijd probeer ik er een sport van te maken om lekker te kunnen eten, maar niet buitensporig veel calorietjes naar binnen te proppen. Als ik dan weer zo bewust met eten bezig ben, ga ik opnieuw op zoek naar dingen die ik normaal gesproken niet eet. Vandaag moest in ineens aan hüttenkäse denken. Dat at mijn moeder vaak als ze op dieet was. Dus meteen gekocht om eens wat uit te proberen. Het viel in de smaak!Met dit recept heb je 6 halve gevulde tomaten. Afhankelijk van wat je erbij eet, is 1 tot 2 genoeg per persoon. Nodig: 3 roma tomaten 100 gram hüttenkäse 1 eetlepel zongedroogde tomaat 2 plakjes schwarzwalder schinken 1 theelepel bruschetta kruiden 1 eetlepel verse groene kruiden Snij de roma tomaat in de lengte door. Hol uit met een lepeltje. Het binnenste gebruik je niet in het recept. je kunt het wel voor je eigen plezier mixen met een staafmixer en opdrinken. Gezond hoor...Maar goed, terug naar de gevulde tomaat. Bak de schinken in een koekenpannetje. Snij daarna in kleine stukjes, net als de zongedroogde tomaat. Meng dit in een bakje met de hüttenkäse. Hier mogen ook de bruschetta kruiden doorheen en de fijngeknipte verse groene kruiden. Ik heb dit keer kerriekruid, peterselie, bieslook en selderij gepakt. Maar neem vooral wat je hebt of lekker vindt. Hussel alles door elkaar en vul de tomaten. Een lekker bijgerecht en nog verantwoord ook. Mooier kan bijna niet...

Dit is typisch zo'n lekkernij die iedereen doet denken aan alle feestelijke momenten in de decembermaanden. Zelf heb ik dan meteen de associatie met warme chocolademelk met slagroom en een stukje speculaas erbij. Open haardje aan, knus! Maar ja, moet je natuurlijk wel een smakelijk gevuld speculaastaartje hebben. Zelf ben ik vaak genoeg teleurgesteld door de kwaliteit van een dergelijk taartje uit de supermarkt. Het blijkt dat daar al te vaak nep amandelspijs inzit. Ik vind de verhouding van spijs en speculaas ook nogal eens zoek. De spijs is te dominant en dat is helemaal vervelend als het dan nep is! Het mag de naam amandel niet hebben...dus reden genoeg om zo'n taartje zelf te maken. Het recept voor amandelspijs staat ook op dit blog. Dat moet je als eerste maken, want het moet een nachtje in de koelkast om op smaak te komen. De bakmeel, kruiden en suiker door elkaar mengen in een beslagkom. Ik doe het altijd door de zeef om klontjes te voorkomen. Koude boter erbij en met twee messen klein snijden. Als het niet meer lukt, ga je kneden. 1 eetlepel melk erbij. Zorg voor koude handen anders plakt alles meteen vast. Blijft je deeg te plakkerig, kun je wat bloem gebruiken zodat je een mooie bal kan kneden. Maak meteen een grote en een iets kleinere bal. Doe ze in plastic folie en laat een half uur rusten in de koelkast. Je bakvorm invetten. Ik heb een boterkoekvorm gebruikt. De oven voorverwarmen op 160 graden. Na het half uur rust ga je de grootste deegbal met een deegroller uitrollen tot je ver genoeg bent om de bodem en zijkant te bekleden. Doe wat bloem op je aanrecht en deegroller voor je begint, anders plakt het zo erg dat je het niet meer los krijgt. Als je de bodem erin hebt, kun je je amandelspijs erin doen. Ik had eerder maar 100 gram spijs gemaakt, wat een beetje te weinig was. Maar dat is aangepast in dit recept. Dan de kleinere deegbal uitrollen, dat wordt je bovenkant. Naar smaak kun je er wat amandelschaafsel over strooien. De eidooier loskloppen en de bovenkant bestrijken. Je taartje mag ongeveer 40 minuten in de oven. Mmmm heerlijke geur ook!

Dit is weer een 'left over' recept. Ik hou ervan. Ik gooi niet graag eten weg wat nog gebruikt kan worden. Met vers stokbrood gebeurt het nogal eens dat we wat over houden. En eigenlijk kun je dat prima de volgende dag opmaken als je het een oppepper geeft in de oven. Helemaal als je er nog wat lekkere dingen op doet... Nodig: Half stokbrood 1 theelepel bruschetta kruiden 2 tenen knoflook 3 eetlepels tomatensaus 2 theelepels zongedroogde tomaat 50 gram kaas olijf tomaat Snij het stuk stokbrood in 3 stukken en snij deze midden door zodat je 6 broodjes hebt om te beleggen. Pers de tenen knoflook en smeer hier de broodjes mee in. Doe dan op elk broodje wat gezeefde tomaten (tomatensaus). Strooi er wat bruschetta kruiden overheen. Snij de zongedroogde tomaat in stukjes en verdeel over je broodjes. Snij wat plakjes kaas af en doe deze als laatste op je broodjes. Ik had kaas met olijf tomaat smaak, geeft een extra Mediterraans tintje. Schuif je Italiaanse stokbroodjes in de oven op 150 graden. Met een kwartiertje is het klaar. Lekker bij een soepje of als lunch gerecht.

Onlangs maakte ik al appel kruimel cheesecake. Natuurlijk werd ik meteen nieuwsgierig of deze taart ook met ander fruit te maken was. Verder zit de variatie 'm in de noten want dit keer geen hazelnoten maar walnoten verwerkt in de bovenste kruimellaag. Benodigdheden: Vloeibare boter 250 gram bloem 125 gram kristalsuiker 200 gram roomboter 40 gram walnoten 500 gram kwark 100 gram witte basterdsuiker 1 zakje vanillesuiker 50 gram bloem 3 eieren 50 gram gesmolten roomboter 250 gram bosvruchten 50 gram witte basterdsuiker Half zakje taartina Poedersuiker Eerst maak je een kruimeldeeg met de 250 gram bloem, 125 gram kristalsuiker en 200 gram roomboter in een mengkom. Dat doe je door middel van losjes kneden. Vet een springvorm in. Doe ongeveer 2/3 van het deeg erin. Duw het wat aan op de bodem en bekleedt de onderste helft van de zijkant. Zet de springvorm in de koelkast. Bij het deel van het kruimeldeeg wat over is, verkruimel je de walnoten in stukjes. In een schone kom doe je de kwark met de 100 gram basterdsuiker en de vanillesuiker. Met een garde mengen. 1 voor 1 de eieren erdoor doen. Zeef de 50 gram bloem erboven en mix er goed door. Smelt de 50 gram roomboter en roer dit door het kwarkmengsel. Nu haal je de springvorm uit de koelkast en giet je het kwarkmengsel erin. Maak glad met een spatel. Warm de oven voor op 175 graden. In een steelpan doe je de bosvruchten. Dat mogen gerust bosvruchten uit de diepvries zijn, dat is geen probleem. Doe de 50 gram basterdsuiker erbij. Breng aan de kook en laat zachtjes pruttelen. Het geheel wordt nu vrij vloeibaar. Daarom gebruik je een half zakje taartina om wat stevigheid te geven. Anders zou de taart te nat worden. Doe het taartina poeder in een bakje en neem wat van het vocht van de bosvruchten. Roer goed door zodat er geen klontjes meer zijn. Dit papje giet je bij de bosvruchten. Goed roeren en met een paar minuten mag het vuur uit. Laat eventjes wat afkoelen en giet dan de bosvruchten over de kwark laag. Als laatste gaat de kruimel laag erop. Deze taart moet wel een tijd in de oven. Na een uur vond ik 'm nog te zacht aanvoelen van binnen, dus ik heb de taart 75 minuten gebakken in de oven. Let wel op dat je kruimels niet te donker worden. Anders kun je de boel eventueel afdekken met aluminiumfolie in het laatste kwartier. Als de taart is afgekoeld, bestrooien met poedersuiker. Deze taart smaakt ook weer erg lekker net als die met appel. Aanrader!

Helaas heb ik geen foto meer van het eindresultaat, alleen deze foto voordat de cakejes de oven in gingen. Cupcakes zijn er in talloze variaties te verzinnen en maken. En het is altijd zo lekker snel gemaakt als je onverwacht visite gaat krijgen. Of gewoon zin hebt in wat lekkers op een druilerige zondagmiddag. Ik bedoel maar. Alles mag. Er is altijd een reden om een feestje te bouwen. Benodigdheden: 125 gram roomboter 75 gram witte basterdsuiker 50 gram bruine basterdsuiker 2 eieren 75 gram zelfrijzend bakmeel 50 gram amandelmeel 50 gram melkchocolade 50 gram walnoten Warm de oven voor op 160 graden. Doe in de muffinvorm 9 stuks papieren bakvormpjes. In een mengkom meng je de zachte roomboter met de suikers met behulp van de mixer. 1 voor 1 de eieren erdoor mixen. Zeef het bakmeel erboven en mix opnieuw. Spatel de gemalen amandelen erdoor. Hak de walnoten en de chocolade in stukjes met een mesje. Spatel dit door je beslag. Met een ijslepel doe je een bolletje beslag in elk vormpje. Met ongeveer 20 minuten zijn deze cupcakes klaar!

Ik vermoed dat dit eigenlijk best een gezond iets is als ontbijt of lunch. Zie je wel, ik kan het best. Het gaat alleen meer per ongeluk. Omdat het gewoon lekker is. Je hebt met deze hoeveelheden voor 2 personen genoeg. Eerst maak je de fruitkwark. Daar heb je voor nodig: 100 ml sinaasappelsap 2 eetlepels kristalsuiker 1 handpeer 200 gram magere kwark Zet de sinaasappelsap met de suiker in een steelpannetje op het vuur. Laat 10 minuutjes zachtjes koken. Schil de peer en snij in kleine stukjes. Voeg deze bij het ingekookte sap. Laat nog 10 minuten zachtjes koken. Dan haal je het van het vuur. Pureer met de staafmixer in een hoge beker. De fruitpuree moet eerst afkoelen. Ik heb het bakje in de sneeuw gezet buiten want we hadden trek. Als het is afgekoeld, meng je het met de kwark. Voor het wafelbeslag heb je nodig: 60 gram havermout 1 banaan 1 ei 1 theelepel bakpoeder 60 ml magere melk Vloeibare boter Poedersuiker In een hoge beker maak je de havermout fijn met de staafmixer en meng hier het bakpoeder door. Pureer ook de banaan met de staafmixer. Meng de melk met de gepureerde banaan. Doe het ei bij de havermout en meng dit met een garde. Nu beetje bij beetje de bananenmelk erbij. Doe het beslag in een beker met een schenktuit. Laat je wafelijzer opwarmen. Vet in met een kwastje met vloeibare boter. Schenk het beslag op het wafelijzer, maar pas op dat je niet teveel pakt anders loopt het eruit. Laat het wafelijzer zijn werk doen. Binnen korte tijd is je wafel klaar. Serveer op een bordje met 2 eetlepels van de fruitkwark. Bestrooi met poedersuiker.