1 Jarenlang had ik geloofd; ik klampte me vast aan de naam van de Heer en hoopte dat ik opgenomen zou worden. Ik dacht dat als ik in de Heer geloofde en vergeven werd voor mijn zonden, ik een beloning zou krijgen. Ik fantaseerde over redding door genade, en wenste dat ik door een enkele