Voor veel kinderen is het metrieke stelsel moeilijk om te leren. Hoe zit het ook alweer met die oppervlaktes, inhoudsmaten en gewichten? In deze blog vind je handige tips én een gratis poster die je kind helpen deze lastige rekenmaterie onder de knie te krijgen. Wat is het metrieke stelsel? Het leren meten speelt door de hele basisschool een belangrijke rol. Dat begint al bij de kleuters met bijvoorbeeld voorwerpen op grootte leggen. Daarna volgt meten met ‘natuurlijke maten’ (stappen, bekertjes, blokjes, etc.) en vervolgens met standaardmaten (centimeters, kilo’s, liters, etc.). Na dit concrete meten en wegen, volgt in de bovenbouw het metrieke stelsel: een stelsel van lengte-, oppervlakte-, inhouds- en gewichtsmaten. Het is zo ontworpen dat je op een handige manier kunt rekenen met de maten die erin voorkomen. Elke volgende maat is een factor tien groter of kleiner dan de vorige maat. En dat is voor veel kinderen best pittig om onder de knie te krijgen… Handige poster met het metrieke stelsel Een van de beste manieren om het metrieke stelsel goed te kunnen onthouden, is voor je zien wat er gebeurt bij het omrekenen. Je kunt je kind helpen met deze handige poster, die je gratis kunt downloaden. Print ‘m uit en hang hem ergens op waar je kind hem vaak ziet (bijvoorbeeld op de wc). En helemaal anno 2019: ook bytes staan erop. Superhandig! Klik hier of op de afbeelding om de poster te downloaden. Oefenen met het metrieke stelsel Malle getallen | Metend rekenen Bekijk Rekenpiramide metriek stelsel Bekijk Rekenblok maten en gewichten Bekijk Ervaring opdoen met meten en maten Het lastige aan het metrieke stelsel is dat het allemaal behoorlijk abstract is en dat je de boel snel door elkaar haalt met al die namen die zo op elkaar lijken. Als je kind uit eigen ervaring een beeld heeft bij de maten, scheelt dat enorm: in een pak vla zit 1 liter vla, als ik een cake bak gebruik ik 250 gram bloem (uit een pak van een kilo of een pond), naar oma moeten we 32 kilometer rijden met de auto (hoeveel hectometerpaaltjes zijn dat?), een plakje kaas is 1 mm dik. Het dagelijks leven zit vol maateenheden. Daarom worden rekensommen met het metrieke stelsel vaak verpakt in verhaaltjessommen (realistisch rekenen). Verhaaltjessommen zijn voor veel kinderen lastig, maar in dit geval kan de werkelijkheid je kind helpen als een soort controlemechanisme. Door na het uitrekenen van de som een reality check te doen, komen foute antwoorden vaak snel aan het licht. Moet in de som de afstand van een treinreis worden uitgerekend en komt je kind uit op een afstand van 17 decameter, dan weet ze door haar ervaring dat er iets is misgegaan. Moet je zoon uitrekenen hoeveel suiker er nodig is voor 12 kopjes thee en zijn antwoord is 15 kilo, dan weet hij door zijn bakervaring dat hij een foutje heeft gemaakt met de nullen. En als je kind zelf vanochend op de weegschaal nog 34 kilo woog, kan de kat uit de som natuuurlijk nooit even zwaar zijn. Ezelsbruggetjes maken het metrieke stelsel makkelijker Om de namen van de maten te onthouden, zijn er handige ezelsbruggetjes: Kan het domme mannetje de computer maken? Kan hij dan melk door cacao mixen? Kan het dametje met de centimeter meten? De eerste letters van de woorden in deze zinnen geven de maten aan: km – hm – dam – m - dm - cm - mm Laat je kind de zin kiezen die hem het meeste aanspreekt (of die op school wordt gebruikt). Bij het rekenen kan hij de zin op een kladpapiertje schrijven en daarmee handig het rijtje maten als geheugensteuntje reproduceren. Dan komt het tweede ezelsbruggetje van pas: naar Rechts is keeR, naar Links is deLen. Elke stap naar rechts is vermenigvuldigen met 10. Elke stap naar links is delen door 10. Maar hoe zit het dan met ponden en onzen? Die oude maateenheden komen in het metrieke stelsel niet voor, maar moet je kind wel kennen. Na het bekijken van dit filmpje, is dat een makkie: