Genesis 8: 20-22: Toen (na de zondvloed) bouwde Noach een altaar om offers te brengen aan de Heer. Hij verbrandde reine dieren en vogels op het altaar. De Heer rook de heerlijke geur van de offers. Hij dacht: ik zal de aarde nooit meer vernietigen, ook al zijn de mensen slecht en doen ze altijd de verkeerde dingen.